De Franse blauwe druif pinot noir is de stamvader van de pinotfamilie en dankt zijn grote reputatie aan rode Bourgognewijnen. Hij is daarnaast op veel andere plaatsen in de wereld aangeplant. Dat levert een waaier aan stijlen op, met soms meer nadruk op terroirexpressie en soms meer op fruit. In het algemeen is de wijn niet al te diep van kleur, heeft hij een fruitig aroma, frisse zuren en veel finesse. Pinot noir leent zich ook uitstekend voor mousserende wijn. Vandaar dat er in de Champagne meer van aangeplant staat dan in de Bourgogne. Andere gebieden waar hij het goed doet, zijn onder andere Californië en Oregon in de VS en Central Otago in Nieuw-Zeeland. In Duitsland heet deze druif spätburgunder en is hij het meest aangeplante ras voor rode wijnen.
Franse rode wijn met de geur van vers rood fruit zoals framboos en kers. De smaak is elegant, soepel en fris. Prima rode wijn bij gevogelte, konijn of lam. Ook mooi te combineren met gerijpte roomkazen.
Prachtwijn met een subtiele geur van rozenbottel, kers, bosaardbei, peper en laurier. De smaak is intens sappig en gelaagd met rood fruit, een levendige frisheid en rijpe, ragfijne tannines. Lange afdronk met indrukwekkende finesse. Heerlijk om solo van te genieten of bij verfijnde gerechten, zoals salade met eendenborst en frambozen of risotto met paddenstoelen.
Verfijnde, elegante champagne met de frisse geur van appel en lichtgeel fruit. De fijne mousse geeft de wijn een evenwichtige smaak. Prima als aperitief, goed passend bij fijne amuses of een licht voorgerecht met vis.